Storing F11 (G1xxx–G6xxx)

Neem de terugslagklep eruit. Ga als volgt te werk:

• 

• Druk de vergrendeling van de terugslagklep naar binnen (1).

• Kantel de terugslagklep naar binnen totdat de afdekking kan worden verwijderd (2).

• Draai met de hand aan de waaier van de afvoerpomp om te controleren of alles in orde is.

Zet de terugslagklep weer loodrecht van bovenaf terug.

Zorg ervoor dat de terugslagklep naadloos op de rand aansluit.

Reinig de afvoerpomp. Ga als volgt te werk:

• Schakel de vaatwasser uit en trek de stekker uit het stopcontact.

• Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte.

• Schep het water met een bekertje uit de spoelruimte.

• Reinig de terugslagklep. Ga als volgt te werk:

  • Kans op letsel door glassplinters.

    Glassplinters zijn moeilijk zichtbaar in de afvoerpomp.

  • 

  • Druk de vergrendeling van de terugslagklep naar binnen (1).

  • Kantel de terugslagklep naar binnen totdat de afdekking kan worden verwijderd (2).

  • Reinig de terugslagklep onder stromend water en verwijder alle vreemde voorwerpen.

  • Reinig de afvoerpomp voorzichtig.

• 

• Reinig de afvoerpomp. Ga als volgt te werk:

  • 

  • Druk een kleine spons door de schoep van de afvoerpomp.

  • Verwijder voorzichtig alle vreemde voorwerpen uit de afvoerpomp.

  • Draai met de hand aan de waaier van de afvoerpomp om te controleren of alles in orde is.

• Zet de terugslagklep weer loodrecht van bovenaf terug.

  • 

  • De vergrendeling van de terugslagklep moet volledig vastklikken.

  • Zorg ervoor dat de terugslagklep naadloos op de rand aansluit.

• Plaats de zeefcombinatie weer correct terug.

  • Zorg ervoor dat de zeefcombinatie plat tegen de bodem van de spoelruimte aan ligt.

• Start het spoelprogramma opnieuw.

• Controleer of het water wordt afgepompt.

Neem contact met ons op als de storing blijft optreden of boek direct online een reparatie-afspraak.