De ventilatie in de inbouwkast is niet optimaal.
De lucht bij de achterwand van het koeltoestel wordt warm. Daarom moet de inbouwkast zodanig zijn geconstrueerd dat een goede luchttoevoer en luchtafvoer gewaarborgd zijn.
De aangegeven ventilatie-openingen moeten strikt in acht genomen worden om een correcte werking van het koeltoestel te garanderen.
De ventilatie-openingen mogen niet afgedekt of geblokkeerd worden. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt.
Controleer de ventilatieopeningen (1), (2), (3) (zie afb.).
Verwijder indien nodig voorwerpen die de ventilatie belemmeren. Verwijder stof.
De ventilatieopeningen moeten minstens 200 cm2 groot zijn. De lucht achter het koeltoestel moet ongehinderd kunnen opstijgen.
Neem contact op met uw vakhandelaar of met Miele Service om de installatie te controleren.
